FileLinx | Beheerdershandleiding
×
Menu
Index

13.1.2. Import connector aanmaken

 
 
Voor het aanmaken van een connector wordt een wizard doorlopen. Op de eerste plaats wordt bepaald in welk object informatie (b.v. factuurinformatie) wordt geïmporteerd. Indien er reeds een connector op een object staat wordt gevraagd of u de bestaande import wil aanpassen/uitbreiden.
 
 
Daarnaast wordt bepaald of het een import (type “Imported ”of type “Koppeling”) betreft en wanneer de gegevens moeten worden geïmporteerd.
 
Kies vervolgens wat voor import het betreft. Het is in deze stap van belang om de toegangsrechten en specificaties van de databron beschikbaar te hebben. De verschillende connectoren worden in de volgorde zoals getoond in onderstaande figuur toegelicht.
 
 
Het kan ook zijn dat er maar 2 opties beschikbaar zijn:
 
Bovenstaand scherm wordt getoond als uw omgeving op een een Azure SQL database draait. De andere opties kunnen dan niet werken. U kunt dus alleen een bestand importeren of importeren uit een andere Azure SQL database.
Daarna volgt onderstaand scherm. (Een vergelijkbaar scherm wordt getoond als u de data uit een niet Azure SQL-database wilt importeren)
 
Veld
Uitleg
Azure SQL Server
DNS naam van de SQL Azure server: <servername>.database.windows.net
Azure SQL Database
De naam van de database waaruit u wilt importeren
Azure SQL gebruiker
De SQL gebruiker welke rechten heeft op de database
Azure SQL Wachtwoord
Het wachtwoord van de Azure SQL gebruiker
Azure SQL Tabel- of Viewnaam
De tabel- of view waaruit u wilt importeren
Scheidingsteken bij meerdere waarden
Een veld kan meerdere waarden bevatten. Hier geeft u het scheidingsteken op voor deze waardes. Heeft alleen zin, als de data in een Multiple Linxtype veld wordt geïmporteerd
 
Import uit een tekstbestand (.CSV, .txt)
 
Een veelgebruikte koppeling is het eenmalig importeren of volgens een bepaald schema importeren van regels uit een bestand. Upload allereerst het bestand en stel onderstaande parameters in zoals in de wizard aangegeven. De bestandslocatie worden automatisch gevuld. 
 
Er zijn een aantal voorwaarden aan het databestand dat initieel of herhaald wordt gebruikt. Alle kolommen mogen maximaal 850 karakters bevatten. Indien de kolomnamen zijn gewijzigd dient de connector opnieuw te worden geconfigureerd en vermijdt het gebruik van vreemde tekens in de bestandsnaam.
 
 
Veld
Uitleg
Bestand uploaden
U kunt een bestand uploaden, in het veld bestandsnaam verschijnt automatisch de naam
Bestandsnaam
Vul de bestandnaam in van het toe te voegen bestand of kies bestand via bestand uploaden waarna de bestandsnaam door FX wordt gegenereerd. FileLinx checkt voor bestandsnaam locatie upload
Locatie bestand
Upload locatie
 
Wordt automatisch gevuld, maar kan gewijzigd worden
Back-up bestandsnaam
Back-up locatie
 
Wordt automatisch gevuld
Upload bestand naar importverslag
Uploaden bronbestand naar databestand
Scheidingsteken
Het scheidingsteken tussen de verschillende veldwaardes. (Bijvoorbeeld ;) Wanneer een bestand door een Tab- teken gescheiden is, kunt u hier TAB invullen.
Kolommen overnemen 1e rij
Wanneer de veldnamen in het bronbestand aanwezig worden deze overgenomen
Tekstvelden worden voorafgaand en afgesloten met het volgende teken
Mogelijkheid om een teken op te geven dat in ieder tekstveld staat. Vaak is dat “
Scheidingsteken bij meerdere waarden
Een veld kan meerdere waarden bevatten. Hier geeft u het scheidingsteken op voor deze waardes. Heeft alleen zin, als de data in een Multiple Linxtype veld wordt geïmporteerd
Vorige import ongedaan maken
Maakt de voorgaande import op dit item ongedaan
 
In de volgende stap wordt de data van het bestand met het aantal records getoond en is het mogelijk om additionele voorwaarden op te geven. In de daarop volgende stap kunnen de velden uit de databron worden gekoppeld met de velden van het informatieobject in FileLinx. Start het instellen via het pennetje en sla de instelling van de regel op.
 
 
Veld
Uitleg
Uniek
Mogelijkheid om meerdere velden aan te vinken op basis waarvan een record uniek dient te zijn. Geef hier een veld op met een uniek identifier
Numeriek
Maakt een extra veld aan in de monitordatabase waarin de werkelijke waarde wordt opgeslagen, advies is om dit veld te gebruiken bij grote tabellen met een uniek veld dat uit cijfers bestaat. (alleen bij mirror)
Default indien leeg
Wanneer een default in Fx is ingesteld en de brondata is leeg, dan wordt de defaultvalue vanuit FileLinx ingevuld
Gebruik veld van referentietabel
Als het gekoppelde veld een Linxtype is, dan worden hier de velden getoond uit het gekoppelde type. Alle velden kunnen worden gebruikt om een selectie te maken
Maak aan in werkgroep
Wanneer gekoppelde data niet wordt gevonden, dan kan er een object worden aangemaakt. Kies hier de view waarin het object wordt aangemaakt. Kies voor standaardwaarde om hier de Default Value te kiezen die opgegeven is in het object. Gebruik alleen met korte lijstjes, niet met bedrijven e.d.
Datumformaat
Formaat
Uitleg
Dag
dd met voorloop nul
d zonder voorloop nul
Maand
MM met voorloop nul
M zonder voorloop nul
Jaar
yyyy (2011)
yy (11)
Uur (12 uur)
h zonder voorloop nul
hh met voorloop nul
tt format voor AM of PM
Uur (24 uur)
H zonder voorloop nul
HH met voorloop nul
Minuten
m zonder voorloop nul
mm met voorloop nul
Seconden
s zonder voorloop nul
ss met voorloop nul
Waarde indien waar
Geef hier de waarde op die voor waar staat in het importbestand, bijvoorbeeld ja of 1
Waarde indien niet waar
Geef hier de waarde op die niet waar staat in het importbestand, bijvoorbeeld nee of 0
Veld bevat path verwijzing
Een veld bevat een verwijzing naar een document.  Geef hier de veldnaam op waarin een pad staat, als het bestand in dezelfde map als het importbestand staat, dan hoeft er geen volledig pad te worden opgegeven, maar alleen de bestandsnaam
Overschrijf
Overschrijf bestaand document. Alleen indien zelfde bestandsnaam, versiebeheer aan/uit
Verwijder bestand na import
Het geïmporteerde bestand wordt verwijderd na importeren.
 
LET OP: Niet het importbestand zelf, maar de bijlage
Niet updaten indien bron leeg
Velden die eerder zijn gevuld d.m.v. een import worden niet overschreven met een lege waarde als deze voorkomt in het bron bestand
Koppel data uit bron aan bestaande objecten
Zorgt ervoor dat het volgende scherm (bijwerken of toevoegen) getoond wordt. Dit wordt gebruikt in sommige situaties waarin de brondata is gewijzigd en de bestaande objecten opnieuw gekoppeld moeten worden
Het bijwerken of toevoegen scherm verschijnt bij een import, een slave (N op N relatie waarbij bestaande objecten worden bijgewerkt) en bij een relink optie.
 
 
Veld
Uitleg
Alle records toevoegen
Alle brondata wordt toegevoegd
Bestaande gegevens bijwerken
Geef hier het veld in de brondata op waarmee FileLinx bestaande objecten moet vergelijken (unique identifier). Geef daarnaast het veld op in het Fx object waarmee vergeleken moet worden. Dit kan een zelf instelbare waarde zijn of het FileLinx objectID
Herstel Verwijderd Item
Wanneer een item in de prullenbak zit, kan deze hersteld worden als deze optie geactiveerd is. Anders wordt het item als "nieuw" gezien.
Deze optie is standaard geactiveerd wanneer er gezocht wordt op FileLinx ObjectID en kan in dat geval niet uitgeschakeld worden. Een item met hetzelfde ID kan immers niet nog een keer met hetzelfde ID aangemaakt worden
 
De data van de connector wordt losgekoppeld zodra de connector wordt gedeïnstalleerd. Bij het opnieuw installeren bestaat de relink optie t.a.v. in het verleden geïmporteerde gegevens. De laatste stap bevat het instellen van de parameters voor de uitvoering van de import. Dit kan direct zijn of op een gepland moment.
 
 
Veld
Uitleg
Gepland
Geef een datum en tijd en eventueel herhaling in een tijdseenheid
Prioriteit
Hoog, middel of laag. Bij gelijktijdig starten van connectoren wordt er op basis van prioriteit gestart
Uitvoeren SP of applicatie voor importeren
 Mogelijkheid om een stored procedure of applicatie (maatwerk) te draaien voordat de dat wordt geïmporteerd
Uitvoeren SP of applicatie na importeren
Mogelijkheid om een stored procedure of applicatie te draaien na het importeren
Deactiveer workflow
De mogelijke workflow op het informatieobject wordt niet gestart aan de hand van de geïmporteerde informatie
 
 
 
Import MS Access database
 
Het maken van een import connector op een MS Access database is een vereenvoudigen configuratie t.o.v. een MS-SQL connector. Lees de Import MS-SQL data beschrijving hieronder voor details.
 
 
Veld
Uitleg
Bestaande connectie
Kies eventueel een reeds geconfigureerde database connectie
Bestandsnaam
Voer bestandnaam in
Tabel- of querynaam
Voer de tabel of querynaam in
Scheidingstekens
; of TAB
 
 
 
Import MS-SQL data
 
 
Veld
Uitleg
Bestaande connectie
Kies eventueel een reeds geconfigureerde database connectie
Server
Servernaam, localhost kan worden leeggelaten
Database
Databasenaam
Gebruiker
Gebruikersaccount waarmee wordt ingelogd
Wachtwoord
Wachtwoord bij gebruikersaccount
Tabel of werkgroep
De naam van de tabel die de brondata bevat
Scheidingstekens
; of TAB
 
 
 
ODBC, OLEDB koppeling
 
Deze koppeling wordt op eenzelfde wijze geconfigureerd als de MS SQL database koppeling, zie hierboven, en wordt gebruikt in het geval dat de brondata beschikbaar is via ODBC of OLEDB.
 
 
 
 
Geavanceerde koppelingen
 
Komt overeen met de eerder genoemde koppelingen. Alles dient volledig handmatig ingevoerd te worden.