FileLinx | Beheerdershandleiding
×
Menu
Index

11.6. Opstarten

 
 
 
Functies opstarten
{CMD NORESULTS} OF
{CMD OUT=$paramname}
Start een shell commando via de commandline shell (cmd.exe) op de server waar het commando aangeroepen wordt en geef het resultaat via de console terug aan de aanroep bijvoorbeeld:
 
{CMD} copy *.txt {field1234}
 
Het volgende commando zal via de commandline worden gestart op de server: Copy *.txt c:\
Het resultaat van deze aanroep is bijvoorbeeld: ‘one file deleted’
 
Optioneel: NoResults = geen console resultaten teruggeven aan de aanroep.
 
Optioneel: OUT=$paramname, stopt de waarde in een parameter, die verderop in de workflow gebruikt kan worden.
 
NB: Het shell commando wordt aangeroepen op de server waar de FileLinx portal (of service) is geïnstalleerd of waar de workflow server draait. Belangrijk te weten is dat de security context waar binnen het commando wordt aangeroepen over voldoende rechten beschikt
{EXEC NORESULTS} OF
{EXEC OUT=$paramname}
Start een applicatie (.exe, .bat, .com, .vbs ect) op de server of machine waar de workflow server is geïnstalleerd en geef het resultaat via de console terug aan de aanroep, bijvoorbeeld:
 
{EXEC} C:\test{objectid}.bat /{field1234} /{field567} -ax
 
Het volgende commando zal worden aangeroepen:
c:\test1234.bat /test /voorbeeld -ax
 
Optioneel: NoResults = geen console resultaten teruggeven aan de aanroep.
 
Optioneel: OUT=$paramname, stopt de waarde in een parameter, die verderop in de workflow gebruikt kan worden.
 
NB: De applicatie wordt aangeroepen op de server waar de FileLinx portal (of service) is geïnstalleerd of waar de workflow server draait
 
Belangrijk te weten is dat de security context waar binnen de applicatie wordt aangeroepen over voldoende rechten beschikt