FileLinx | Beheerdershandleiding
×
Menu
Index

21.6.4. Authentiseren van een Mailbox Account

Het authentiseren van het Mailbox Account.
Doordat de FileLinx Email Server werkt als achtergrond service kan deze zelf niet het Mailbox Account authentiseren tegen Microsoft Azure.
Dit moet op voorhand gebeuren vanuit de Backoffice Portal.
 
Login op de FileLinx Backoffice met een FileLinx administrator account.
 
 
Ga naar het MailBoxAccounts overzicht.
 
 
Kies het te authentiseren MailBox Account via de Edit knop.
 
De Authenticate knop is alleen beschikbaar wanneer het MailBox Account is gekoppeld aan een Azure App.
Is dit nog niet gekoppeld aan een Azure App dan kan dit hier aangepast worden.
 
Klik op de knop Authenticate voor het starten van de authenticatie bij Microsoft Azure.
De gebruikersnaam wordt automatisch ingevuld op basis van de MailBox Account Loginname.
 
 
Na het ingeven van het wachtwoord kan er ingelogd worden.
 
Bij de vraag of de gebruiker ingelogd kan blijven kan voor nee gekozen worden. Na het authentiseren wordt er automatisch uitgelogd. De reden hiervoor is dat de authenticatie alleen nodig is voor het opslaan van het access- en refresh token.
 
 
Na een succesvolle authenticatie volgt het logout dialoog. Kies hier het zojuist geauthentiseerde account.
 
 
Hierna keer je terug het Edit scherm. Deze geeft aan dat de authenticatie is gelukt.
 
 
Het kan ook gebeuren dat het authenticeren niet lukt en de volgende melding getoond wordt:
 
 
Standaard toont de applicatie namelijk geen foutmeldingen, dit omdat er soms ook gevoelige informatie in een foutmelding kan staan. In de web.config
van het BackOffice is het mogelijk om aan te geven dat foutmeldingen getoond mogen worden.
 
Plaats dan onderstaande configuratie tussen de nodes <aspNetCore...> en </aspNetCore>
 
      <environmentVariables>
        <environmentVariable name="ASPNETCORE_ENVIRONMENT" value="Production" />
      </environmentVariables>
 
Als het probleem is opgelost, maak dan altijd bovenstaande wijziging weer ongedaan.