FileLinx | Beheerdershandleiding
×
Menu
Index

24.3. Instellingen in FileLinx

 
Om in FileLinx alle benodigde instellingen te kunnen aanmaken is het belangrijk dat er ingelogd wordt met een gebruiker met add/edit rechten op de onderstaande definities.
 
Om te beginnen dient er een System-Azure-App aangemaakt te worden.
 
Vul onderstaande velden met o.a. de gegevens vanuit de app-registratie in Azure. De overige velden hoeven niet te worden gevuld.
 
Name
Een duidelijke naam voor de Azure app
Application ID
Application (client) ID vanuit de Azure app registratie
Secret
Secret value vanuit de Azure app registratie
Tenant ID
Tenant (Directory) ID vanuit de Azure app
 
De volgende stap is het aanmaken van een System-Mailtool-Provider.
 
Vul van de mailtool provider de onderstaande velden.
Name
Een duidelijke naam voor de mailtool provider
Type
Het type van de mailtool provider, bijvoorbeeld "Outlook"
Azure App
Vul hier de eerder gemaakte app registratie in
Default category
Dit is de naam welke als tag toegevoegd zal worden in Outlook, bijvoorbeeld "FileLinx". Er kunnen desgewenst ook meerdere tags ingesteld worden door deze punt-komma (;) gescheiden in dit veld in te vullen.
Default E-mail adress
In dit veld kunnen één of meerdere (punt-komma (;) gescheiden) emailadressen worden opgenomen waar de mailtool ook door zal zoeken om in FileLinx opgeslagen mails te vinden. Uitgebreidere informatie hierover is te vinden in het hoofdstuk "Werking van de Mailtool".
 
Tot slot dienen de systeem-instellingen aangevuld te worden. Navigeer naar de betreffende systeem-instellingen, klik op het tabblad "E-mail" en vul als mailtool provider de zojuist aangemaakt System-Mailtool-Provider.